Voor het eerst alleen op vakantie
Voor het eerst alleen op vakantie, op welke leeftijd doe je dit? De eerste keer is volgens mij op alle leeftijden lastig, of in ieder geval weer een nieuwe stap in het proces van loslaten. Mijn zoon was 15 toen hij er voor het eerst over begon. Hij wilde dit jaar, samen met een vriend, gaan ‘survivallen’, want dat had hij tijdens zijn snuffelstage bij Defensie zo leuk gevonden. Okay. Ik moest in eerste instantie even aan het idee wennen, maar kon eigenlijk geen harde ‘nee’ verzinnen. Dus waarom ook eigenlijk niet.
Twee dagen
Gelukkig hoefde het allemaal nog niet zo lang te duren. Twee dagen was voldoende. En ik zou zelfs aan de andere kant van de camping mogen staan, als ze ons maar niet zagen. Dat zou op zich een goede optie zijn geweest, maar wij hadden andere plannen. Dus werd het een camping in Drenthe, vlak in de buurt van een vriendin waar wij een paar dagen logeerden. Op die manier waren we in de buurt (op zo’n 1000 meter afstand) en konden ze toch ervaren hoe het was zonder ouders.
Het leek me een fijne eerste keer, zonder dat één van de partijen echt in het diepe werd gegooid. Aan de ene kant ruiken aan de vrijheid en zelfstandigheid en aan de andere kant toch op redelijk veilige afstand van ‘moeders vleugels’.
Voor iedereen anders
Natuurlijk zal voor iedere puber de leeftijd om ‘alleen’ op vakantie te gaan, anders liggen. Dat is sterk afhankelijk van je zoon of dochter. Jij kent je kind het beste, daarom kan jij het beste bepalen of hij er aan toe is. Durft hij bijvoorbeeld wel alleen te slapen? Want overdag kan alles heel stoer en ‘easy’ lijken, maar zodra de zon onder is gegaan, kunnen schaduwen ineens tot leven komen. Daar was ik bij Rocco niet zo bang voor. Hij is eerder het type dat iedereen de stuipen op het lijf jaagt met zijn spookverhalen.
Goede voorbereiding
Wekenlang heb ik geprobeerd Rocco zich zo goed mogelijk te laten voorbereiden op de trip. “Rocco, maak even een lijstje met alles wat je nodig denkt te hebben.” “Rocco, wanneer gaan jullie de tent opzetten om te kijken hoe dit werkt en of alles compleet is?” “Rocco kun je op zoek gaan naar de voedselpakketten die jullie willen gebruiken?”
Ik denk dat ik deze vragen, in de weken voorafgaande aan het kamperen, dagelijks heb gesteld. Met dagelijks hetzelfde antwoord: “Dat ga ik morgen doen.” Maar er komt een moment en dan is “morgen” de dag van het kamperen en is er eigenlijk nog maar bar weinig gebeurd.
Dus wordt op de laatste dag de tent opgezet. Ik zou bijna hebben getypt “snel opgezet” maar bij pubers gaat niets snel, want het kost behoorlijk wat tijd en moeite om erachter te komen dat het lastig is een tent op te zetten, met een mobieltje in je handen. Na de tent opzetten worden wat spullen op een hoop gegooid met de opmerking: “Dit moet mee!”, gevolgd door: “en ik ben nu naar de plas met vrienden. Doei!”
Kijkend naar de spullen die hij op een hoop had gegooid, besluit ik me er verder niet mee te bemoeien omdat hij de kans moet krijgen te leren van zijn eigen fouten. Daar wordt hij (hopelijk) wijs van.
De dag van kamperen
Voor we de jongens weg brengen naar de camping, vraag ik nog een paar keer voor de zekerheid. “Rocco, heb je alles?” Meer dan een verveelde ‘Ja-ha’, krijg ik niet. Dus leggen we alles in de auto en rijden nog even met de jongens langs de supermarkt voor de laatste spullen. Zodra de boodschappen zijn uitgezocht en afgerekend, brengen we ze naar de camping.
Voor we weer wegrijden en de jongens alleen achterlaten, wil ik er zeker van zijn dat ze een dak boven hun hoofd hebben voor de nacht. Dus we blijven net zolang tot de tent staat, want leer mij pubers kennen. Als het aan hun had gelegen, was dit pas in het donker gebeurd. Maar gezien het feit dat er niks zo vervelend is dan ouders die blijven wachten, wordt de tent inderdaad als eerste opgezet. Rob en ik kijken slechts toe, want ze moeten het natuurlijk wel helemaal zelf doen. Zo gek ben ik nou ook weer niet. Onze handen jeuken echter wel, als we toekijken hoe twee pubers een tent in elkaar proberen te zetten. Uiteindelijk staat de tent. Vraag me niet hoe, maar hij staat. Wij kunnen weg.
Geen eten
Nog geen tien minuten later gaat de telefoon.
“Eh… mam…”
“Ja schat.”
“Die voedselpakketten die we hebben gekocht, zijn niet om te eten. “
“Oh nee? Zijn ze zo vies?”
“Nou het is dus geen eten. Het zijn pakketten om zonder vuur, een gerecht te verwarmen tot 100 graden.”
“Oh ja? Daar heb ik nog nooit van gehoord. En nu?”
“Nu hebben we niks te eten, behalve de Havermout die we vanmorgen hebben gekocht.”
“Dus…?”
“Zou jij mam, misschien…?”
“Ja hoor schat, ik kom zo wel wat eten brengen.”
Dus zit ik binnen het uur weer in de auto op weg naar de supermarkt om wat eten voor ze te kopen. Dit keer geen ‘survivalvoedselpakketten’ maar gewoon ‘campingfood’ in de vorm van blikken worstjes, kant-en-klare spaghetti waar alleen gekookt water bij moet en meer van dat soort meuk. Voor de zekerheid doe ik er nog een pot dropjes bij en een grote zak chips.
Ravage
Op de terugweg brengen we het gelijk langs. De jongens liggen inmiddels te genieten bij het zwembad. Als ik echter bij hun tent kom, zie ik een enorme ravage. Niet te geloven hoeveel troep twee pubers, binnen anderhalf uur kunnen maken. Dus fotografeer ik de troep en stuur deze met een tekstberichtje naar Rocco: “Dit is dus niet de bedoeling! Jullie ruimen voortaan direct jullie troep op, anders word je van de camping verwijderd. Dit is géén volwassen gedrag.”
Ik wil het echter de medevakantiegangers op het veldje niet aandoen om de troep te laten liggen, dus verzamel ik alles en gooi het weg. Als we weg rijden, is alles weer netjes en staan de boodschappen in de tent.
Even rustig
Dan blijft het even rustig, De jongens vermaken zich blijkbaar prima aan het zwembad en alles lijkt goed te gaan. Halverwege de avond gaat opnieuw mijn telefoon.
“Eh… mam…”
“Ja schat? Gaat alles goed?”
“Ja hoor, maar….”
“Maar wat?”
“Nou, ik ben mijn tandenborstel vergeten en mijn zakmes. Je hoeft het nu niet meer te brengen hoor, maar misschien morgenochtend?”
“Is goed hoor schat. Verder nog iets nodig?”
“Nou, ons drinken is ook bijna op, mam…”
“Okay, neem ik dat ook mee. Slaap lekker en tot morgen.”
De volgende morgen
Dus rij ik de volgende morgen, via de supermarkt, opnieuw naar de camping om zijn tandenborstel, zijn zakmes én een nieuwe drankvoorraad te brengen. Als we aankomen, valt het mij op dat er zowaar bijna geen troep ligt. Ze kunnen het dus wel.
Door de warmte hebben ze niet in de tent geslapen, maar buiten onder de sterrenhemel. Prima, maar het heeft geresulteerd in een lichaam wat door alle bulten veel weg heeft van een maanlandschap. Ze zijn volledig lek gestoken.
We proberen ze nog een goede tip mee te geven dat ze ook het tentzeil hadden kunnen verwijderen en dat ze dan een soort muskietennet hadden, maar de jongens geloven het wel en besluiten ’s avonds gewoon opnieuw in de buitenlucht te slapen. Ik lever de spullen af en vertrek weer. Tegen zoveel eigenwijsheid kan ik toch niet op.
Een uur later gaat opnieuw mijn telefoon…
“Mam, nou heb ik wel mijn tandenborstel, maar nog geen tandpasta…”
Laatste dag
Op de laatste dag bel ik twee uur (!!!) voor we ze gaan ophalen op, met het verzoek de tent alvast op te breken en spullen in te pakken. Als we er echter aankomen is het halve veld bezaaid met hun spullen. Even denk ik nog dat er een tornado in de nacht overheen is gegaan, maar dat lijkt toch niet het geval. Het zijn gewoon twee pubers die proberen een tent af te breken en spullen in te pakken mét een mobiel in hun handen. “Aaaargh!”
Dat lukt niet. Of laat ik zeggen, het lukt nauwelijks. In twee uur zijn ze amper een stap verder gekomen. Ik besluit dat ik het niet langer meer kan aanzien, jut de boel een beetje op (in hoeverre dat lukt met twee pubers die twee nachten nauwelijks hebben geslapen) en vis zelf de vieze onderbroeken van het veld om ze in een tas te stoppen.
Uiteindelijk zijn ze klaar en mede door mijn heldere instructies: “Doe nu dit en doe nu dat!” wordt het veld netjes achter gelaten.
Ik vraag me af, voor wie deze dagen ‘survivallen’ is geweest. Nou ja, eigenlijk vraag ik me dat helemaal niet af en is het antwoord overduidelijk. De volgende keer breng ik ze naar het puntje van Limburg en rij ik zelf door naar Groningen. Moeder is even niet thuis en vooral heel erg on-be-reik-baar.
Meer informatie
Op zomerkamp? Dit mag je niet vergeten in te pakken!
De beste tips om te kamperen met kinderen
Kampeer checklist. Dit mag je niet vergeten in te pakken.
Mijn puber wil alleen op vakantie
Hoe communiceer je met een puber?
Is een campervakantie geschikt voor kids?
Wanneer laat je je puber los?
5x Leuke vakantieparken in Nederland om te genieten met het gezin
Communicatie met een puber
Loslaten en afhankelijkheid
Smakelijk kamperen, zo lekker kun je eten op de camping
Bronvermelding
Tekst: Marion Middendorp
Stockfoto: 123rf.com