Keukenstijlen die geschikt zijn voor het gezinsleven

Een keuken moet passen bij hoe je leeft. Voor gezinnen met kinderen is dat anders dan voor stellen of alleenstaanden. Er wordt gemorst, er komen vingers aan kastjes, er wordt geleefd. De keuken is niet alleen een plek om te koken maar ook om samen te zijn. Huiswerk maken, knutselen, spelletjes doen – het gebeurt allemaal in de keuken.

Landelijk past bij gezinnen

Een landelijke keuken voelt warm en uitnodigend. Dat past goed bij gezinnen. De stijl is niet te strak. Kinderen hoeven niet bang te zijn om iets aan te raken. Landelijk betekent vaak het gebruik van hout of houtlook. Fronten met lijsten. Handgrepen in plaats van strakke greeplijsten. Het oogt vriendelijk. Kleuren in een landelijke keuken zijn vaak zacht. Wit, crème, lichtgrijs, lichtgroen, zandkleur. Warme tinten die rust geven. Soms een accent van donkerder blauw of groen. Maar het blijft rustig. Felle kleuren passen niet zo goed bij landelijk. Ze maken het druk terwijl een gezin al genoeg drukte heeft. Materialen zijn natuurlijk en stevig. Hout straalt warmte uit maar is gevoelig voor krassen.

Beter is kunststof in houtlook of een lichte betonlook. Dat combineert de uitstraling met praktisch gebruik. Want met kinderen komt er van alles op dat werkblad. Sap, tomatensaus, lijm, verf. Het moet tegen een stootje kunnen. De indeling van een landelijke keuken is vaak traditioneel. Een groot fornuis als middelpunt waar iedereen omheen staat. Veel kastruimte voor voorraad. Open schappen waar servies op staat. Dat maakt de keuken toegankelijk.

Kinderen kunnen zelf pakken wat ze nodig hebben. Een mand met fruit op het aanrecht. Kookboeken op een plank. Het hoeft niet opgeruimd leeg. Een landelijke keuken heeft vaak een grote eettafel. Daar past het hele gezin omheen. Met ruimte voor vriendjes die blijven eten. De tafel is van hout, stevig en eerlijk. Daar mag op geknoeid worden. Krassen horen erbij. Het is een werktafel waar geleefd wordt. Niet een pronkstuk dat beschermd moet worden.

Verschillende stijlen voor verschillende gezinnen

Er zijn verschillende keukenstijlen om uit te kiezen. Landelijk is populair maar niet de enige optie. Modern kan ook werken voor gezinnen. Strakke lijnen, weinig tierelantijnen. Dat oogt rustig tussen de drukte van speelgoed en schooltassen. Alles heeft zijn plek. Dat helpt bij opruimen. Kinderen leren waar dingen horen. Modern betekent niet koud. Je kunt modern combineren met warmte. Strakke witte fronten met een houten vloer. Grijze kastjes met koperen details.

Het gaat om de balans. Niet te steriel maar ook niet te rommelig. Een moderne keuken met zachte accenten werkt goed voor gezinnen die houden van rust en orde. Scandinavisch is licht en vrolijk. Wit, licht hout, zachte kleuren. Het voelt fris en ruimtelijk. Ook met kinderen en hun spullen blijft het overzichtelijk. De lichte kleuren reflecteren licht. Dat maakt de keuken groter. Handig in kleinere huizen waar de ruimte beperkt is. Industrieel past bij stoere gezinnen. Metaal, beton, donkere kleuren. Robuuste materialen die tegen een stootje kunnen.

Een betonnen werkblad krijgt krassen maar dat hoort erbij. Metalen handgrepen gaan lang mee. Zwarte fronten verstoppen vlekken beter dan witte. Voor gezinnen die niet elk vlekje willen zien is dat prettig.

Praktisch zonder saai te zijn

Gezinnen hebben praktische keukens nodig. Maar dat betekent niet saai. Je kunt kleur toevoegen zonder dat het de hele tijd schoonmaken wordt. Denk aan gekleurde kastjes die niet te licht zijn. Donkergroen, donkerblauw, warm grijs. Daarop zie je vlekken minder snel dan op wit. Maar het is wel vrolijker dan neutraal. Een spatwand van tegels brengt kleur en patroon. Tegels zijn makkelijk schoon te maken.

Een leuk patroon maakt de keuken persoonlijk. Kinderen vinden dat vaak mooi. En het verstoort niet de rust want het is een beperkt vlak. Niet de hele keuken vol patroon maar één wand die opvalt. De vloer moet stevig zijn. Kinderen laten dingen vallen. Glazen, borden, plastic bekers. Een harde vloer als tegels of pvc overleeft dat. Laminaat kan deuken krijgen. Hout is mooi maar gevoelig. Kies voor een vloer die mee kan. En bij voorkeur niet te glad. Want met natte voeten of gemorste melk wordt het anders spekglad.

Werkbladen in neutrale kleuren zijn verstandig. Wit, lichtgrijs, beige. Daarop zie je kruimels en vlekken meteen. Dat lijkt nadelig maar het helpt juist. Je ruimt direct op. Bij donkere werkbladen zie je de troep niet maar die is er wel. En dan wordt het pas schoongemaakt als het echt vies is.

Opbergen op kinderhoogte

Gezinnen hebben veel spullen. Bekers in verschillende maten. Plastic bordjes voor kleine kinderen. Normale borden voor grote kinderen. Tussendoortjes, drinken, lunch spullen voor school. Dat moet allemaal ergens passen. En het liefst zo dat kinderen er zelf bij kunnen. Onderin kasten komen de dagelijkse spullen van kinderen. Plastic bekers, kleine bordjes, bestek. Zodat ze zelf kunnen pakken. Niet alles hoeft achter gesloten deuren. Een open kast of schap werkt ook. Kinderen zien dan wat er is. Dat voorkomt dat ze steeds vragen waar dingen zijn.

Bovenin kasten komen breekbare of gevaarlijke spullen. Glazen wijnglazen, scherpe messen, schoonmaakmiddelen. Daarbuiten houden tot kinderen groot genoeg zijn. Middenin komen de spullen die ouders gebruiken tijdens het koken. Pannen, schalen, kruiden. Op werkhoogte zodat je niet hoeft te bukken of te reiken. Laden zijn handiger dan kastjes voor kinderen. Ze zien in één oogopslag wat erin ligt. En ze hoeven niet op hun knieën om achteraan iets te pakken. Investeer in goede ladesystemen met indeling. Voor bestek, voor doosjes en zakjes, voor lunch spullen. Dat houdt het overzichtelijk.

Veiligheid zonder alles af te schermen

Kinderen moeten leren omgaan met de keuken. Niet alles hoeft afgeschermd. Wel de gevaarlijke dingen. Schoonmaakmiddelen achter slot. Scherpe messen hoog of in een afgesloten la. De oven bij voorkeur op ooghoogte in plaats van laag. Dan kunnen peuters er niet bij. De kookplaat vraag aandacht. Niet aan de rand waar kinderen bij kunnen. Achteraan of midden op het eiland. Met voldoende ruimte eromheen. Pannengrepen naar achteren draaien zodat kinderen er niet tegen stoten. Een beschermingsrooster helpt bij kleine kinderen maar dat is tijdelijk. Uiteindelijk leren ze dat het fornuis heet is.

Stopcontacten met kinderbeveiliging als de kinderen klein zijn. Maar ook hier geldt: kinderen leren. Uitleggen wat wel en niet mag werkt beter dan alles afschermen. Wel de gevaarlijke apparaten zoals de blender en keukenmachine hoog zetten of wegbergen. Die blijven risicovol ook bij oudere kinderen. Hete pannen vragen een vaste plek om neer te zetten. Voldoende werkblad naast het fornuis. Minimaal 40 centimeter aan elke kant. Zodat er geen pannen over de rand hoeven. Onderzetters op tafel voor hete schalen. Leer kinderen waar ze wel en niet mogen komen als er gekookt wordt.

Meer informatie

Een gezinsvriendelijke keuken die tegen een stootje kan
Hoe houd je het veilig in de keuken?

Bronvermelding

Tekst: Marion Middendorp
© afbeelding: 123rf.com