Site pictogram Oudersenzo

De vijf fases van een bevalling

De vijf fases van een bevalling

Wat erin gaat, moet er ook weer uit. Dat is een wetmatigheid. Na zo’n negen maanden zwangerschap ga je bevallen van je kindje. Maar wat houdt zo’n bevalling in? In deze blog behandelen we de vijf fases van een bevalling. Wat kun je precies verwachten? Hoe zit het met al die verschillende weeën? En voor welke pijnstillers ga je kiezen?

Harde buiken

In de laatste weken van je zwangerschap heb je misschien af en toe al even gevoeld dat je baarmoeder samentrekt. Hoe verder je bent in de zwangerschap, hoe vaker dit kan gebeuren. Het kan een vervelend gevoel zijn, maar de meeste vrouwen merken er maar weinig van. Het zijn nog geen voorweeën en je kindje gaat ook nog niet komen. Deze samentrekkingen worden ook wel eens ‘harde buiken‘ genoemd.

De bevalling is nog niet begonnen

Misschien denk je bij de eerste buikkramp gelijk: “JAAA! Daar komt hij!” maar er is nog wel wat meer voor nodig. Als:

dan zijn dit tekenen dat je bevalling nog niet is begonnen. Ontspan, want de kans is groot dat deze kramp of harde buiken gewoon weer wegtrekken.

Iedere bevalling is anders

Iedere bevalling is uniek en bij iedereen zal de bevalling dus ook anders verlopen. De natuur gaat gewoon zijn gang en zoekt hiervoor zijn eigen weg. Het precieze verloop verschilt per vrouw, per baby en ook of het een eerste, tweede of derde kindje is. Belangrijk is dat jij je zoveel mogelijk kan ontspannen, want stress is liever niet welkom tijdens een bevalling.

Wat wel in de meeste gevallen hetzelfde is: de bevalling begint met weeën.

Verschillende weeën

Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Het voelt als een soort kramp in je onderbuik. Een wee komt langzaam op, wordt erger en zakt dan weer af. Tijdens de bevalling heb je meerdere soorten weeën:

Ontsluitingsweeën (in fase 1 en 2). Deze zorgen ervoor dat je baarmoedermond zich volledig opent voor je kindje.
Persweeën (fase 3). Deze zorgen ervoor dat je kindje door het geboortekanaal wordt geduwd.

De meeste vrouwen hebben tijdens de weeën vooral pijn in de buik maar er zijn ook vrouwen die vooral pijn voelen in hun rug en zelfs in hun benen. Soms kan de pijn ook van plek wisselen. Rugweeën worden pijnlijker ervaren als buikweeën.

Pas nadat de verloskundige via een inwendig onderzoek heeft kunnen constateren dat de ontsluiting volledig is, mag je mee gaan persen met de persweeën. Op het hoogtepunt van de wee voel je dan een drang om te drukken. Dat is een beginnende persdrang die je niet meer kunt tegenhouden. Persweeën komen meestal om de 5 minuten en zijn zeer sterk en heftig. Als je eenmaal mag mee persen is je kindje in zicht.

Verschillende bevallingsfasen

Ontsluitingsfase

Dit is de eerste fase. De baarmoeder verstrijkt en gaat open.

Misschien heb je hier al van gehoord, er zijn verschillende bevallingsfasen. De ontsluitingsfase is nodig om de baarmoeder te verweken en verstrijken. Dit betekent dat het hormoon prostaglandine ervoor gaat zorgen dat je baarmoedermond verandert van stug en stevig, in zachte en week waardoor je kindje eruit kan komen. De baarmoedermond loopt uiteindelijk gelijk met de baarmoederwand en kan gaan ontsluiten.

Hoe lang deze ontsluitingsfase duurt, is eigenlijk niet te zeggen. Voor iedere vrouw zal dit anders zijn. Het kan een dag duren maar ook net zo makkelijk een paar dagen. Er kunnen pauzes in zitten en het kan ineens heel snel gaan. Gemiddeld kan de ontsluitingsfase bij een eerste kindje zo’n twaalf tot vijftien uur duren.

De weeën tijdens deze fase wordt door vrouwen op verschillende manieren ervaren. Soms zijn ze duidelijk voelbaar en andere vrouwen merken er nauwelijks iets van en twijfelen zelfs of er wel weeën zijn. Uiteindelijk zullen de weeë activiteiten gaan toenemen en ontstaat er een duidelijk patroon. De weeën volgen elkaar dan op om de drie tot vijf minuten. Dit gaat door tot zo’n wee per één of anderhalve minuut. De ontsluiting zet door en naarmate er steeds meer ontsluiting is, zullen de weeën ook sterker worden. Net zolang tot het hoofdje van je kindje door de baarmoedermond past.

Overgangsfase

Eigenlijk is dit het slotstuk van fase één. Het is de laatste fase tot volledige ontsluiting.

Het laatste stukje wordt ook wel eens de overgangs- of transitiefase genoemd. Er kunnen nu krachtige weeën zijn die elkaar rap opvolgen. Het hoofdje van je baby zit al laag en de druk van zijn hoofdje tegen het laatste randje van de baarmoedermond en onderrug kan best pittig zijn. Je kunt moe zijn, de wanhoop nabij, trillen, misselijk worden en zweten. Emotioneel en fysiek best een zwaar moment. Als de ontsluiting 10 centimeter is, wordt het een volledige ontsluiting genoemd.

Breken van de vliezen

Meestal breken de vliezen pas na een tijd weeën te hebben gehad. Mochten de vliezen niet spontaan breken, kan de verloskundige hierbij een handje helpen. Zij doet dit echter pas aan het eind van de ontsluiting. Soms kan worden besloten het eerder te doen, bijvoorbeeld wanneer de weeën afzwakken of als de ontsluiting onvoldoende doorzet. Het breken van de vliezen doet geen pijn.

Je hoeft niet bang te zijn dat je kindje droog komt te liggen, je lichaam maakt namelijk steeds opnieuw vruchtwater aan. Je temperatuur wordt na het breken van de vliezen gemeten om een eventuele infectie snel te ontdekken.

Uitdrijvingsfase

Dit is de derde fase. De baby gaat door het geboortekanaal en wordt geboren.

Als de ontsluiting volledig is en je hebt persdrang, dan kan de geboorte beginnen. De persweeën duwen de baby steeds een stukje dieper het geboortekanaal in. Een perswee geeft een soort gevoel dat dat je enorm moet poepen en hij is ook niet meer tegen te houden. Je lichaam doet het meeste werk en hoe hard je moet mee persen is per vrouw afhankelijk. Het persen gaat doorgaans op gevoel maar als het niet goed gaat, kan de verloskundige of gynaecoloog aanwijzingen geven.

Hoe lang deze fase duurt, verschilt per vrouw. Meestal duurt het bij een eerste bevalling wat langer. Gemiddeld duurt deze fase bij een eerste kind één tot twee uur.

Daar komt zijn hoofdje

In de meeste gevallen zal het hoofdje als eerste naar buiten komen. Deze is het grootst en het kan zijn dat je aan de onderkant, tussen je vagina en anus, voelt hoe het opgerekt wordt. Dit kan een pijnlijk, brandend gevoel zijn. Volg de instructies van de verloskundige goed op, om te voorkomen dat je inscheurt. Als het hoofdje er eenmaal is, zal de verloskundige je kindje verder naar buiten begeleiden. Meestal hoef je dan niet meer zo hard te persen.

Nageboortefase

Dit is de derde fase. Hier komt de placenta uit je lichaam.

Je kindje is geboren en vlak na zijn geboorte zal hij worden gecheckt door de verloskundige of gynaecoloog. Dit gebeurt op basis van de APGAR-score. Met dit puntensysteem wordt je baby getest op verschillende onderdelen:

A: Ademhaling
P: Pols/hartslag
G: Spierspanning
A: Aspect / kleur van de huid
R: Reactie op prikkels

In het Engels is er een ezelsbruggeltje voor bedacht: Appearance (kleur), Pulse (hartslag), Grimace (reactie op prikkels), Activity (spierspanning), Respiration (ademhaling).

 Teken0 punten1 punt2 punten
AActivity (Spierspanning)afwezigarmen en benen bewogenactieve beweging
PPulse (hartslag)afwezigonder de 100 bpmboven de 100 bpm
GGrimace (reflexen)geen responsgrimasniezen, hoesten, trekken
AApperance (uiterlijk)blauw-grijs, geheel bleeknormale behalve extremennormaal over het gehele lichaam
RRespiration (ademhaling)afweziglangzaam onregelmatiggoed huilen

Placenta

Met de geboorte van je kindje ben je er nog niet helemaal. De placenta moet er namelijk ook nog uit. Meestal meldt deze zich na een kwartier tot een half uur. Vaak gebeurt dit door één of twee weeën waar je een beetje bij moet mee persen.

Je kunt het proces een beetje helpen door je kindje aan je borst te leggen. Je lichaam maakt dan oxytocine aan waardoor de placenta makkelijker loskomt en eruit komt zetten. Het is wel van belang dat dit snel gebeurt, zodat de baarmoeder kan gaan krimpen. Op die manier gaat de wond waar de placenta zat, ook dicht en stopt het bloeden.

Heel soms komt de placenta niet vanzelf en moet hij een handje worden geholpen. Een oxytocine-injectie kan dan helpen. Als dit ook niet helpt, wordt de placenta door de gynaecoloog onder narcose verwijderd.

Ook wordt in deze fase de navelstreng doorgeknipt. Vroeger deden ze dit direct na de geboorte, maar tegenwoordig wordt er gewacht tot er geen hartslag meer te voelen is in de navelstreng. Meestal is dit na zo’n 5 minuten. Hierdoor krijgt het zuurstof- en ijzerrijke bloed wat tijdens de geboorte achter is gebleven in de placenta, de kans om terug te stromen naar je baby.

Natijdperk

Dit is de vierde, tevens laatste fase. De controle van moeder en baby.

Wanneer je placenta eruit is gekomen, zal deze worden gecontroleerd. In deze fase hoort ook de verzorging van jou, wanneer je bijvoorbeeld gehecht moet worden omdat je bent ingescheurd of ingeknipt. De verloskundige of arts zal ook controleren of je baarmoeder goed aan het krimpen is.

Natuurlijk wordt ook je kindje goed in de gaten gehouden. Ook die wordt van top tot teen bekeken, gewogen en worden de reflexen bij hem getest.

En daar ligt je kindje, op jouw blote buik! Jullie hebben een geweldige prestatie geleverd!

Meer informatie

Wat is toucheren en wanneer wordt dit gedaan?
Verschillende manieren om te bevallen. Wat kies jij?
Iedere bevalling loopt op zijn eigen manier
Waterbevalling – Bevallen in een waterbad
Weeën, welke zijn er en hoe kun je ze herkennen?
Wat niemand je vertelt over de bevalling
Thuisbevalling. Wat heb je hiervoor nodig?
Harde buiken – Wanneer komen ze en wat proberen ze je te vertellen?
APGAR score, wat betekent dit precies?
Pijnbestrijding bij de bevalling
Fotoshoot van de bevalling. Doen? Of niet doen?

Bronvermelding

Tekst: Marion Middendorp
Stockfoto: 123rf.com

Mobiele versie afsluiten