Site pictogram Oudersenzo

Hoe ontwikkelt je baby zich lichamelijk?

Hoe ontwikkelt je baby zich lichamelijk

Hoe ontwikkelt je baby zich lichamelijk? Dat doet hij geleidelijk en in kleine stappen. Als je kindje is geboren heeft hij nog de beschikking over een aantal reflexen. Deze reflexen komen voort uit zijn natuurlijke instinct dat erop is gericht om buiten de baarmoeder te overleven.

Automatische bewegingen

Hij maakt deze bewegingen automatisch; zonder te beseffen dat hij deze bewegingen maakt. In de loop van de tijd zullen de reflexen vanzelf weer verdwijnen. Dit gebeurt op het moment dat de hersenen van je kindje hebben geleerd hoe ze zelf het lichaam moeten vertellen om deze bewegingen te maken. Zo wordt je baby iedere dag lichamelijk een stukje sterker en zelfstandiger.
 

Ontwikkeling Lichamelijk – Reflexen

Loopreflex

Het loopreflex: Als je je kindje onder zijn okseltjes ondersteund en je houdt hem boven een vlakke ondergrond, zal je kindje de bewegingen maken alsof hij wil gaan lopen. Dit reflex blijft hij houden totdat hij ongeveer twee maanden oud is.

Wang-, zoek- of zuigreflex

Wang-, zoek- of zuigreflex: Als je zachtjes over het wangetje van je kindje wrijft, zal hij zijn hoofdje draaien en zijn mondje opendoen. Hij doet dit omdat hij op zoek is naar de tepel van zijn mama. Zodra hij iets in zijn mondje voelt, zal hij beginnen te zuigen.
Je kindje blijft dit doen totdat hij ongeveer vier maanden oud is.

Slikreflex en kokhalsreflex

Slikreflex en kokhalsreflex: Je kindje kan na zijn geboorte gelijk al slikken. Gelukkig maar want zo krijgt hij zijn voeding binnen. Als hij teveel voeding binnen krijgt, voorkomt de kokhalsreflex dat je kindje stikt.

Grijpreflex

Het grijpreflex: In een ontspannen houding zal je kindje alles vastgrijpen wat tegen zijn handje aankomt. Zijn greep is zelfs zo sterk dat als hij zich met beide handjes ergens aan vastgrijpt, hij zijn hele lichaam kan dragen.

Schrik- of Mororeflex

Het schrik- of mororeflex: Als je kindje ergens van schrikt, zal hij een beweging maken met zijn armpjes en beentjes en zijn vingers strekken. Vaak eindigt dit reflex met een heftige huilbui. Hij blijft dit doen totdat hij ongeveer zes maanden oud is.

Babinskireflex

Het babinskireflex is: Als je zachtjes over zijn voetzooltje kietelt, zal hij zijn grote teen omhoog doen en zijn teentjes spreiden.

Tonische nekreflex

Het tonische nekreflex: Als je kindje op zijn rug wordt gelegd zal hij een schermhouding aannemen. Zijn hoofdje keert zich hierbij naar één kant en zijn armpjes en beentjes worden aan die kant uitgestrekt. De ledematen aan de andere kant van zijn lichaampje, blijven gebogen.
Als je je kindje op zijn buik legt, dan draait hij zijn hoofdje naar één kant en trekt zijn beentjes op totdat zijn knieën tegen zijn onderbuik liggen. Zijn armpjes drukt hij stevig tegen zijn lichaam en zijn handjes balt hij tot vuistjes.

Ontwikkeling lichamelijk – Van liggen tot lopen

Als je kindje zo’n twee tot drie maanden is, begint hij te leren zijn lichaam te gebruiken en te beheersen. Je merkt dat hij lichamelijk sterker wordt. Zijn nekspieren worden krachtiger zodat hij zijn hoofdje stabieler kan houden. Vlak na zijn geboorte kan hij zijn hoofdje nog niet rechtop houden, maar rond deze periode lukt hem dat al een paar minuten als je hem op je schoot laat zitten. Zijn ruggetje houdt hij hierbij gebogen.

Als hij op zijn buikje ligt kan hij zijn hoofdje optillen en omhoog houden en ook met zijn borst van de grond komen. Hij drukt zich hierbij op zijn handen, polsen en armen.
Laat hem nooit alleen op het aankleedkussen liggen want hij vindt het heerlijk om te schoppen met zijn beentjes en met zijn armpjes te zwaaien.
Zijn spiertjes ontwikkelen zich snel want met zo’n vier tot vijf maanden leert hij al zijn hoofdje te beheersen.

Hoofdje rechtop

Hij beweegt hem dan makkelijk heen en weer zonder dat hij nog wiebelt. Hij kan nu ook zijn hoofdje rechtop houden als hij rechtop zit, maar zijn hoofdje zwaait dan nog wel een beetje heen en weer. Als hij op zijn buikje op de grond ligt, kan hij zijn borst optillen en vooruit kijken terwijl hij op zijn armen steunt.
Maar de spierontwikkeling gaat natuurlijk steeds verder. Met zo’n zes tot zeven maanden maakt hij ineens een grote sprong. Als hij op zijn buikje ligt en hij wil zich opdrukken, dan hoeft hij hierbij niet allebei zijn armpjes te gebruiken, maar heeft aan één arm voldoende. Als hij op zijn rug ligt, kan hij zijn hoofd optillen en om zich heen kijken. Met een beetje geluk kan hij zich ook al bewust omrollen van zijn rug naar zijn buik.

Staan!

Met zo’n acht tot negen maanden wil hij niet alleen meer zitten, hij gaat proberen te staan. Lichamelijk is hij er inmiddels ook aan toe. Hij heeft hierbij nog wel de nodige meubels nodig om zich aan op te trekken. Als het hem lukt zal hij snel weer omvallen omdat hij nog niet de balans of coördinatie heeft om op een beheerste manier weer te gaan zitten. Hij kan nu goed rechtop zitten zonder moe te worden en hij houdt dit wel zo’n tien minuten vol. Hij kan naar voren leunen zonder te vallen. Als hij een speeltje in het vizier heeft wil hij het pakken en zal proberen het op een of andere manier te pakken te krijgen. Als je hem op zijn buikje legt zal hij proberen kruipbewegingen te maken. Zijn hersenen weten nog niet zo goed welke spieren hij moet gebruiken om vooruit te komen, dus misschien kruipt hij in eerste instantie wel achteruit.

Kruipen/buikschuiven

Met negen tot tien maanden zou je kindje lichamelijk in staat moeten zijn zich zelfstandig verplaatsen. Hij kruipt of schuift op zijn buikje rond en trekt zich voort met zijn handjes en hij doet dit heel bewust en zal het geweldig vinden. Hij kan zich met gemak tot staand optrekken en kan de beweging van staan naar zitten bijna uitvoeren zonder te vallen. Het belangrijkste aan deze ontwikkeling is dat hij nu evenwichtsgevoel begint te krijgen. Als hij op zijn buikje ligt, kan hij zelf in zitstand komen. En als hij eenmaal zit, is hij perfect in evenwicht.

Eerste stapjes

De volgende periode (tien tot elf maanden) is weggelegd voor de eerste stapjes. Hij heeft inmiddels geleerd hoe hij moet staan en gaat nu ook proberen een voetje op te tillen als hij staat. Hij houdt zich hierbij natuurlijk heel goed vast aan alles wat maar in zijn buurt staat. Misschien dat je hem vasthoudend aan twee handjes een paar stapjes kunt laten lopen.
Het kruipen gaat steeds sneller en je komt ogen te kort.

Ontwikkeling lichamelijk – Van wapperen tot bouwen

Pasgeboren baby’s beschikken nog over een reflex om alles vast te pakken wat er tegen hun handje komt om het vervolgens niet meer los te laten. Het reflex zal in de loop van de tijd verdwijnen en het duurt even voordat hij snapt dat hij controle heeft over zijn handjes en dat hij bewust iets kan pakken. De eerste drie weken zijn de handjes nog tot een vuistje gebald.

Open handjes

Met zo’n één tot twee maanden is hij zijn grijpreflex helemaal kwijt. Zijn handjes zijn ook niet langer in een vuistje gebald, maar zullen meestal open zijn. Hij krijgt gevoelige vingertoppen en vindt het fijn wanneer je deze vasthoudt of masseert. Als je een speeltje vlak bij hem houdt, zal hij hem proberen te grijpen. Helaas voor hem, is zijn oog-handcoördinatie nog niet voldoende ontwikkeld en zal hij vaak misgrijpen.

Ontdekking van de handjes

Maar even later, als je kindje zo’n vier tot vijf maanden is, krijgt hij het besef dat zijn handjes een geweldig gereedschap zijn. Maar niet alleen zijn handen, ook zijn tenen kunnen een grondige inspectie in zijn mondje verwachten. Alles wordt namelijk in zijn mondje uitgebreid onderzocht. Niet verwonderlijk, want zijn mondje is het meest gevoeligste lichaamsdeel.
Hij zal naar alles graaien en probeert van alles te pakken. Hij kan zich zoet vermaken met het verfrommelen van papier of een stukje stof.

Controle over zijn handjes

Naar mate hij ouder wordt, wordt ook zijn greep steeds preciezer. Met zo’n zes tot zeven maanden heeft hij steeds meer controle over zijn handen. Zijn mondje is nog steeds een groot onderzoeklaboratorium, dus pas op wat je kindje in zijn handjes krijgt. Hij kan inmiddels met één handje iets pakken en heeft daar beide handjes niet meer voor nodig. Hij gaat steeds meer zijn vingers gebruiken om iets te pakken te krijgen, in plaats van zijn handpalm.

Betere grip

Met zo’n acht tot negen maanden wordt zijn greep steeds beter. Hij kan steeds beter kleinere voorwerpen pakken en zal zelfs proberen om bladzijde om te slaan van een boek, al zullen dit vaak meerdere pagina’s tegelijk zijn. Hij gaat nu ook zijn handjes tegelijk gebruiken door bijvoorbeeld in elke hand een blokje te nemen en deze tegen elkaar te slaan. Inmiddels weet hij ook hoe de ‘pincetgreep’ werkt, het vasthouden van een voorwerp tussen duim en wijsvinger.
De controle over zijn wijsvinger is een belangrijke mijlpaal. Dit stelt hem ook in staat dingen aan te wijzen.

Oog-handcoördinatie

Zijn motoriek wordt steeds beter en hij kan met negen tot tien maanden steeds beter een voorwerp tussen duim en wijsvinger houden. Zijn oog-handcoördinatie is een stuk verbeterd waardoor hij met gemak iets kleins kan oppakken. Hij begint het nu prachtig te vinden om iets te laten vallen om het vervolgens weer op te kunnen pakken. Ook vindt hij het leuk om in tassen en dozen te rommelen. Spulletjes eruit, spulletjes erin.

Polsen

Bij zo’n elf tot twaalf maanden kan hij zijn polsen steeds beter bewegen. Hierdoor kan hij zijn handen steeds beter gebruiken. Zijn handen worden daarom steeds belangrijker en zal steeds minder zijn mond gebruiken om alles te onderzoeken. Het gooien krijgt hij ook steeds beter onder de knie. Door de verbeterde oog-handcoördinatie is hij inmiddels ook in staat een toren te bouwen van twee blokjes.

Ontwikkeling lichamelijk – De eerste tandjes

De eerste tandjes komen tevoorschijn als je baby zo’n 5 tot 6 maanden oud is. Sommige kindjes hebben hier helemaal geen last van en merk je het pas als je het tandje kunt zien dat door is gekomen. Andere kindjes kunnen er een beetje huilerig van worden en wat meer zeuren.
Je baby kan wat slechter gaan slapen omdat hij last heeft van de pijn, hij kan ook wat last krijgen van diarree en koorts (hoewel deskundigen elkaar hierover tegenspreken). Zodra het tandje eenmaal door is, verdwijnen alle kwaaltjes gelukkig weer net zo snel als dat ze zijn gekomen.
Er zijn wel wat middeltjes om de pijn een beetje te verzachten. Zodra het tandje eenmaal door is, verdwijnen alle kwaaltjes gelukkig weer net zo snel als dat ze zijn gekomen.

Meer informatie

Je dreumes leert kruipen
Vaginaal bloedverlies bij zuigelingen. Schrik niet van de babymenstruatie.
Groei en ontwikkeling van je baby, wat is normaal?
Hoe leren kinderen praten?
Spraakontwikkeling van je baby
Welke reflexen heeft een pasgeboren baby?
Rollen, zitten, tijgeren, kruipen, staan en lopen
Ontwikkeling van je baby
Een ontwikkelingsachterstand bij je kind: hoe herken je dat?

Bronvermelding

Tekst: Marion Middendorp
Stockfoto: 123rf.com

Mobiele versie afsluiten